Naar een concert gaan van Wovenhand is geen vraag maar een zekerheid. Sinds het concert in Tivoli (2013) heeft de bezetenheid van Dave Eugene Edwards mij en m'n schoonzus in z'n greep. Ook al maakt dat de verwachtingen misschien hoger dan nodig is en kan het tot een teleurstelling leiden.
We zijn dus weer fijn vroeg aanwezig om een plekje vlak voor het podium te krijgen en wachten op het voorprogramma. Dit keer Emma Ruth Rundle. Ik heb niet de tijd genomen om dit vooraf te beluisteren maar het blijkt toch wel beloftevol te zijn.
Ik dacht aan een band, maar er komt een meisje, een vrouw, het toneel op met alleen een akoestische gitaar. O.k., dat kan leuk zijn. Ze begint te spelen en betovert ons beide vanaf het begin. Wow! De gitaar klinkt als een elektrische gitaar en de zang is doordringend. Er worden op een heel losse manier geluiden uit de gitaar getokkeld die de zangerige zang begeleiden. Fraai! Echt leuk, ook als er een violist bij komt en ze zelf overschakelt naar een zichtbaar elektrische gitaar. Een heerlijk voorprogramma dus en een "must hear more" voor thuis.
Nog even pauze met een biertje en dan komt Wovenhand op het podium. Geen poespas, ze lopen allemaal gewoon naar hun plek en beginnen. Dave Eugene Edwards met een soort Indiaanse redevoering. Misschien om ons te bezweren of de goden aan te roepen?
Na een paar zinnen laat hij z'n gitaar galmen en dan gaan ze los. Letterlijk los! Ik wist wat er kon komen maar voelde direct de emoties door me heen gieren. Met een klap ramt het bandgeluid zich in je gemoed. De gitaar van Dave Eugene Edwards zit aan zijn eigen aparte gitaarversterker vast. Dat geluid leidt een eigen leven en snerpt door de zaal, tegen de pijngrens aan. Het staat los van de verder bijna onherkenbare "rumble" van de andere 4 muzikanten. Het tweede nummer is nog heftiger doordat ze nog een extra drum inzetten. Een nieuwe dimensie aan het toch al indrukwekkende geluid van Wovenhand.
Nog maar 2 nummers op gang weet ik dat dit weer een bijzondere avond wordt. Dit moet ik ook vast leggen dus maak ik steeds meer en op de gok af foto's. Niet alleen het geluid is indrukwekkend, de persoon Dave Eugene Edwards ook. Hij maakt de muziek, de band volgt hem, hij lijkt daar niets van mee te krijgen. Hij performt in een trance lijkt het.
De associatie met de cultuur van de Amerikaanse indianen is heel sterk vanavond. Door de oratie bij de start van het concert, maar ook door z'n theatrale bewegingen, een soort pantomime. Ik herken het schieten met pijl en boog, iemand met een mes kelen en iemand hangend aan een strop. Er hangt ook een soort totem-"sjaal" aan de microfoon en uiterlijk lijkt Dave Eugene Edwards op een blanke indiaan. Ook de hoes van het nieuwe album "Star Treatment" straalt Indiaansheid uit.
Het hele concert zou een soort indianen ritueel kunnen zijn, een heftige psychedelische dans. Maar dansen doet Dave Eugene Edwards niet, er vinden hooguit wat schokkerige verplaatsingen plaats. Staat hij zomaar een meter of 2 naast de microfoon. Niet te doen met een foto-camera die zich eerst nog scherp moet stellen.
Af en toe wordt er van gitaar gewisseld en moet er iets aan de apparatuur op de vloer voor hem gedaan worden. Dit wordt allemaal zwijgend gedaan tot hij gebukt opeens zonder duidelijke aanleiding zijn 3 woorden van de avond tot het publiek richt: "Thanks voor clapping"....
De hele avond is een voortdurende desoriëntatie, want wat is hier nou eigenlijk zo goed aan? De zang is niet te verstaan, de andere 2 gitaristen zijn nauwelijks te herkennen in de geluidsblob. Zelfs de drum valt een groot deel van de tijd weg in het geheel. De ge-uitte geluiden van de zang galmen door de zaal, de gitaar van Dave Eugene Edwards en de "blob". Dat is het, plus het beeld van de man zelf. Hij zuigt je aandacht op tot een soort bewusteloosheid. Tot je aan het eind beseft dat hij echt van het toneel verdwenen is.
En als ze weer komen gaan we er zonder aarzeling weer naar toe, tot we het gewoon vinden.
Views: 15
Wat weer een mooie recensie Adrie! Beschrijft perfect deze indrukwekkende “trip” waarin je totaal wordt meegezogen.
Natuurlijk gaan we de volgende keer weer…als het maar niet in Nijmegen is ;-).