Het was een bijzondere avond, laat ik dat eerst vaststellen. Wat het voorprogramma Chris Cundy en Timber Timbre zouden gaan brengen heeft m'n verwachtingen ver overtroffen.
Eerst deed Chris Cundy me versteld staan van z'n optreden op basklarinet. Wat een bijzondere muziek speelt die man zeg. Het wordt moderne ge-improviseerde jazz genoemd.
Een totaal ge-improviseerde sessie op basklarinet, daar leek het het meest op, al werden er af en toe bladen bladmuziek aan de kant gelegd. Waarschijnlijk stond de basis van z'n nummers er op. Onder andere "Montreal Diamonds" en "Winter Roses" maakten veel indruk.
Van Timber Timbre ken ik alleen het onlangs uitgebrachte album "Sincerely, Future Pollution". Daar ben ik op afgekomen en daardoor had ik een idee van de muziek die ze zouden kunnen gaan spelen. Dat gebeurde ook, maar de uitstraling van de band had ik niet aan zien komen. Ik had ergens het idee opgevat dat dit op de een of andere manier wel flitsend zou zijn.
De ooit antiheld Elvis Costello had hier het middelpunt van de belangstelling geweest. Taylor Kirk lijkt zo uit een jaren 70 Amerikaanse soap weggelopen te zijn, als de eeuwige underdog. Zelfs zijn zang heeft een ongelofelijk bescheiden profilering, maar van onzekerheid geen spoor. Hij staat zeer overtuigend te zingen.
Op het podium staat hij voornamelijk vóór de spotlights, in het half duister. (Het was nog een hele toer om hem een beetje goed op een foto te krijgen.) En toch komt de boodschap over door de gebaren en iets subtiels in de intonatie van z'n stem. Er is alleen die verwarrende mismatch met z'n uiterlijk en positionering.
Tot aan de encore was er weinig contact met het publiek, het was spelen, spelen en spelen. De zo relaxte Timber Timbre muziek. Het verrassend jonge publiek ging tot mijn verbazing helemaal in de muziek op. (De hoop uit m'n betoog van vorige week over de huidige/moderne muziek, een boost gevende.)
Het was al een heerlijk concert tot Chris Cundy voor "Until the Night Is Over" ook weer op het toneel verscheen. Hij ging wel(!) in de spotlights staan en gaf een staaltje fantastisch saxofoonspel weg. Geweldig! Hij verdween echter weer en ik stelde m'n verwachtingen weer bij. Dat was een misrekening, met "Grifting" kwam hij weer terug om het nummer nog mooier te maken.
Vanaf dat moment gaat het helemaal los met Timber Timbre, in combinatie met Chris Cundy. "Do I have Power" en "Woman" worden de uitsmijters van de avond. Tegen die tijd weet ik eigenlijk niet meer hoe ik het heb. Er worden zoveel stijlen en accenten aan de muziek toegevoegd dat het bijna onwerkelijk is. Een solo van de toetsenist Mathieu Charbonneau deed me zelfs aan Pink Floyd denken. Een onwerkelijke, maar goed geplaatste mix.
Na een korte pauze komen ze terug om nog 2 nummers te spelen. De kenners mogen uitmaken welke. Op de setlist staan er 4 vermeld. Hoe dan ook, het feest wordt nog even gevierd met de saxofoon van Chris Cundy in de hoofdrol. Wat een super afsluiting!
Ik heb nog even rondgelopen of ik nog ergens wat CD-tjes kon scoren, maar helaas. Heel jammer. Het is zo leuk om na een concert met een paar, aan zo'n optreden gekoppelde, albums thuis te komen.
Weergaven: 1268